Ziekte van Parkinson erfelijk

In sommige gevallen is de ziekte van Parkinson erfelijk. Bij ongeveer 15% van de gevallen is er in de familie al eerder Parkinson geconstateerd. Bij 5-10% worden er mutaties gevonden in genen, die er waarschijnlijk toe hebben geleid dat de patiënt Parkinson heeft.

De Parkinson-genen

Een aantal genen houden direct verband met het ontwikkelen van Parkinson, wanneer deze gemuteerd zijn. Dit zijn LRRK2, PARK2, PARK7, PINK1 en SCNA. Ook voor PARK6 en PARK9 zijn er aanwijzingen. Daarnaast zijn er enkele genen die niet direct Parkinson veroorzaken, maar de kans erop wel lijken te vergroten. Dit zijn bijvoorbeeld GBA en UCHL1. Genen worden van ouder op kind doorgegeven.

Iedere persoon heeft twee kopiën van hetzelfde gen. Het kan zijn, dat maar op één kopie de mutatie ligt die Parkinson veroorzaakt. Gezien iedere ouder maar één set genen doorgeeft, dus slechts één kopie van elk gen, hoeft het dus niet zo te zijn dat een kind altijd de ziekmakende genen krijgt als één van de ouders deze draagt.

Dominante en recessieve genen

Zoals gezegd heeft iedereen van hetzelfde gen twee kopiën. Bij sommige Parkinson-genen moeten beide kopiën gemuteerd zijn om Parkinson te veroorzaken. Dit noem je recessieve genen. Bij andere genen is één gemuteerd gen voldoende om Parkinson te veroorzaken. Hier spreek je van dominante genen. LRRK2 en SNCA zijn dominante genen. PARK2, PARK6, PARK7, PARK9 en PINK1 zijn recessieve genen. Je moet hier dus twee gemuteerde kopiën van een gen hebben om er Parkinson van te krijgen. Dit betekent dat beide ouders het gemuteerde gen moeten doorgeven aan het kind.

Verder onderzoek

Hoewel er dus al wat bekend is over de erfelijkheid van Parkinson, zijn er nog vele vragen. De exacte rol van het enzymen waarvoor de genen coderen moeten nog achterhaald worden. Wanneer we dit weten, begrijpen we beter hoe de ziekte van Parkinson werkt en ontstaat. Er kan dan worden gewerkt een specifiekere, meer gerichte behandelingen.